Aan de slag met een nieuwe aanbeveling van de Letselschade
Raad. Dat kunnen Letselschaderegelaars vanaf deze week. Volgens de Letselschade
Raad kunnen ze met 1 medisch adviseur werken. Volgens eigenaar Steffy Roos du
Maine van letselschadebureau JBL&G in Amsterdam is de aanbeveling echter
‘een ramp voor slachtoffers en hun behandelaars’, die in het beste geval als
enige voordeel kostenbesparing voor de verzekeraar met zich meebrengt.
De aanbeveling komt van de Werkgroep Normering van de
Letselschade Raad, die hoopt dat letselschadezaken, door het werken met één
‘onafhankelijke’ medisch adviseur voor beide partijen, ‘transparanter, vlotter
en minder belastend’ kunnen worden afgehandeld. In de praktijk zal het echter
neerkomen op een rampscenario voor slachtoffers, betoogt Du Maine.
“Deze hele werkwijze is juist nog weer eens extra belastend.
In de discussie over letselschadeslachtoffers neigt het steeds meer naar
kostenbesparing en efficiëntie, maar laten we niet vergeten dat we het hier
over mensen hebben die met letsel kampen dat hen door een ander is aangedaan.
Je zit in een rolstoel of moet je met krukken behelpen, omdat een automobilist
even op zijn mobieltje keek. Als letselschadeslachtoffer word je dan óók nog
opeens opgescheept met een jarenlang traject van verzekeraars die je voor geen
cent geloven en in veel gevallen traineren.”
“Moeten we deze mensen nu ook echt nog een medisch adviseur
in de maag splitsen die als complete vreemde een vrijbrief krijgt om in hun
medische historie te wroeten, die niet aan hun kant staat, die betaald wordt
door de tegenpartij, en dan ook nog eens zonder dat je daarna niet-relevante
informatie mag laten schrappen? Het is immers eerder regel dan uitzondering dat
artsen regelmatig alles maar meesturen, terwijl ze alleen gevraagd wordt om
informatie sinds het ongeval. Zo is het voorgekomen dat gegevens werden
verstrekt over incest tijdens iemands jeugd of een SOA tijdens tienerjaren,
terwijl het betreffende slachtoffer ten tijde van het ongeval 50+ was. Dat deze
informatie uiterst irrelevant is, behoeft geen verdere uitleg. Slachtoffers
vinden het vaak al geen fijn idee dat hun eigen belangenbehartiger, iemand die
ze kennen en met wie ze een vertrouwensband hebben opgebouwd, deze informatie
onder ogen krijgt. Laat staan dat deze informatie bij een vreemde medisch
adviseur én de verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval terechtkomt ...
Druist dit niet in tegen artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van
de Mens: ‘Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privéleven’?”
Of de behandeling van letselschadezaken er daadwerkelijk
sneller door zal worden, is ook nog maar
de vraag. Steffy Roos du Maine: “Een medisch adviseur kan best binnen tien
werkdagen een advies uitbrengen, bij ons eigen Medisch Advies Bureau (MAB) doen
ze niet anders. Probleem is juist dat medisch adviseurs bij verzekeraars
dermate grote achterstanden hebben, dat dát het proces vertraagt. Bovenop de
achterstanden en lange reactietermijnen van schadebehandelaars die sowieso bij
verzekeraars eerder regel dan uitzondering zijn.”
Kwalijk vinden de Amsterdamse letselschadejuristen ook de
grote invloed van de GAV, de vereniging van Geneeskundig Adviseurs
Verzekeringszaken. Die stelt de eisen op waaraan de onafhankelijk medisch
adviseur voortaan dient te voldoen, bijvoorbeeld welke opleiding die moet
hebben gevolgd. “Terwijl ze zelf dus zo’n opleiding aanbieden. Het klinkt een
beetje als het aloude ‘Wij van WC Eend adviseren WC Eend’. En waarom mag de GAV
ook nog eens beslissen welke medisch adviseurs in het Register van de
Letselschade Raad komen? Verder levert de GAV slechts verzekeringsartsen,
terwijl er vaak toch ook andere specialismen noodzakelijk zijn om de gevolgen
van een ongeval goed en deskundig in kaart te brengen. Zo zien wij in onze
praktijk vaak ongevallen met orthopedisch letsel: dan schrijft bij het MAB een
orthopeed het advies. Tandheelkundig letsel? Een tandarts of een kaakchirurg. Verder
hebben we ook veel huisartsen, die zijn breed opgeleid en hebben veel kennis en
ervaringen uit de praktijk. Daar komt nog bij dat bij ons het vertrouwen in
verzekeringsartsen die verbonden zijn aan een verzekeraar zeer laag is. Een van
onze collega’s werd ooit opgeleid bij een verzekeraar met de woorden: ‘Jouw
enige doel als medisch adviseur is verwarring zaaien’. Je zult als slachtofer
maar net zo'n adviseur treffen!”
Uit eerder gehouden pilots kwam naar voren dat bij het
werken met één medisch adviseur ‘de doorlooptijd van het medisch traject wordt
verkort, de klanttevredenheid gemiddeld op hetzelfde niveau blijft en de
dossierkosten beperkt kunnen worden’, aldus de toelichting op de aanbeveling.
Du Maine: ” Waar zit het voordeel voor het slachtoffer, als aan wordt gegeven
dat de klanttevredenheid gemiddeld op hetzelfde niveau blijft? Dan is er toch
geen winst voor het slachtoffer? Dat het medisch traject verkort wordt, kan ook
met veel minder belastende maatregelen, zoals het verkorten van de huidige
(zeer lange) wachttijden van medisch adviseurs van de verzekeraars. Lagere
dossierkosten blijft dan als enige voordeel over: een voordeel voor de
verzekeraars. Ook dit kan op andere manieren
behaald worden, die minder ingrijpend zijn voor het slachtoffer. Om te
beginnen met kortere doorlooptijden door genoeg personeel bij de verzekeraars.”
Gelukkig zien ze in Amsterdam toch ook één lichtpuntje in de
nieuwe aanbeveling: “Het enige positieve eraan is dat slachtoffers te allen
tijde zelf mogen blijven kiezen of ze een eigen medisch adviseur willen
inschakelen of niet.”
Bron: ANP Pers Support
Reacties
Een reactie posten