foto: Annitta Kortstam |
Kerst staat voor de
deur en dat betekent ‘gezellig’ met de hele familie aan tafel voor het
kerstdiner. Maar wat nou als je de hele avond naast je slechthorende oom, oma
of neef moet zitten? Niet iedereen heeft daar zin in. Sterker nog: Nederlanders
vinden familieleden met onbehandeld gehoorverlies minder sociaal, vermoeider en
neerslachtiger. Dat leidt tot irritatie en minder goede gesprekken (35%). Met
name het moeten herhalen van zinnen (38%) en het gebrek aan spontaniteit (39%)
worden als vervelend ervaren in een gesprek met deze persoon. Dit leidt ertoe
dat mensen hen gaan mijden. Hierdoor raken slechthorenden langzaam maar zeker
steeds verder geïsoleerd, juist ook van degenen die dichtbij ze staan: de
directe familie. Dit en meer blijkt uit onderzoek van Kantar Public (voorheen
TNS Nipo) in opdracht van Specsavers.
Slechthorend
familielid wordt genegeerd
Een groot deel van de
ondervraagden (79%) vindt het belangrijk dat het slechthorende familielid
actief wordt betrokken bij familieaangelegenheden. Toch houdt 43 procent van de
ondervraagde families niet per se rekening met de slechthorende als het gaat om
achtergrondmuziek of afspreken in restaurants. Daarnaast merkt 32 procent dat
er langs dit familielid heen wordt gepraat. Een kwart (23%) van de families
maakt wel eens grappen over deze persoon en/of zijn/haar slechthorendheid. één
op de tien (10%) Nederlanders vindt het zelfs een moetje om met een
slechthorend familielid te praten tijdens familieaangelegenheden en één op de
twintig (5%) vermijdt een gesprek zelfs in zijn geheel.
“Mensen kiezen graag
de makkelijkste weg en daarom ga je met je verhaal eerder naar iemand die je
direct verstaat, dan iemand die hier moeite mee heeft en waarbij je vaak dingen
zult moeten herhalen”, aldus drs. René van der Wilk, psycholoog gespecialiseerd
binnen de audiologische branche. “Stel dat opa slechthorend is, dan gaan zijn
kinderen en kleinkinderen eerder naar oma om iets te vertellen. Logisch, want
je moet bij opa meer moeite doen. Onbewust raken mensen hierdoor geïsoleerd en
buitengesloten tijdens bijvoorbeeld een kerstdiner, vaak zonder dat ze door
hebben waardoor dit komt.”
Neerslachtiger en
minder sociaal door slecht gehoor
Nederlanders merken
ook verandering in het gedrag en karakter van het slechthorende familielid ten
opzichte van voordat hij/zij last had van gehoorverlies. Deze persoon wordt
sinds hij/zij een slechter gehoor heeft als minder betrokken, gezellig,
geïnteresseerd en ad rem ervaren. Ook is hij/zij duidelijk een minder fijne en
actieve gesprekspartner geworden en komt het slechthorende familielid meer neerslachtig,
eenzaam en vermoeid over dan voordat het gehoorverlies was opgetreden. 14
procent vindt dat deze persoon meer een buitenstaander is geworden in de
familie door zijn/haar gehoorverlies. Bijna zestig procent (58%) van de
Nederlanders beschouwt (licht) gehoorverlies dan ook als een handicap.
Van der Wilk: “In
groepen kan het gedrag van iemand met gehoorverlies twee kanten op gaan.
Enerzijds kan de persoon zich terugtrekken uit communicatie of dit in zijn
geheel vermijden. Anderzijds kan hij of zij juist dominant gedrag gaan vertonen
en heel veel gaan praten, want dan hoeft hij/zij niet te luisteren. Dat laatste
wordt als hinderlijk ervaren door de omgeving. Beide situaties hebben
uiteindelijk een negatief effect op de kwaliteit van de sociale interacties.”
Het is je eigen
schuld
45 procent van de
respondenten geeft aan dat hun familielid (nog) niets aan zijn/haar
gehoorverlies heeft gedaan. Dit tot ergernis van de familie, die vindt dat het
slechthorende familielid zichzelf hiermee onnodig beperkt (37%) en isoleert
(19%). Daarnaast vinden ze het eigenwijs (36%) en dom (12%). Als het henzelf
zou betreffen, hadden ze al veel eerder actie ondernomen, zegt een ruime
meerderheid (67%). 40 procent zou dan ook trots zijn op het slechthorende
familielid als hij/zij iets aan het gehoorverlies zou doen.
“Ondanks dat de
omgeving van de slechthorende persoon trots zou zijn als hij/zij een
hoortoestel zou dragen, blijft de drempel om dit te doen voor veel mensen
hoog”, vervolgt van der Wilk. “Dat ene positieve punt weegt niet op tegen alle
negatieve punten en vooroordelen die zij in hun hoofd hebben. ‘Als ik een
hoortoestel draag, denkt men dat ik niet goed kan communiceren.’ ‘Als ik een
hoortoestel draag, vinden mensen me oud.’ Terwijl de kwaliteit van leven juist
duidelijk toeneemt als men een hoortoestel gaat dragen. Ze gaan zich meer
onafhankelijk opstellen en zich zekerder voelen. Hun partner hoeft niet meer
voor hen te spreken, dat kunnen ze weer zelf doen. Vaak hebben mensen niet in
de gaten hoe groot het gemis is tot ze naar de oplossing durven te kijken.”
De belangrijkste
resultaten van het onderzoek op een rij
-96% van de
respondenten heeft de persoon af en toe tot vaak op zijn/haar slechthorendheid
gewezen.
-28% van de
respondenten geeft aan dat de persoon zijn/haar gehoorverlies zelf niet erkent.
-45% van de
respondenten geeft aan dat deze persoon niets aan zijn/haar gehoorverlies heeft
gedaan.
-37% van de
respondenten vindt dat hij/zij zich hierdoor onnodig beperkt.
-36% vindt het
eigenwijs.
-19% vindt dat
hij/zij zich hierdoor onnodig isoleert.
-17% vindt het
vervelend.
-12% vindt het dom.
-4% vindt het niet
sociaal.
-Volgens de
respondenten gaan familieleden als volgt om met de persoon met gehoorverlies:
-Bij 23% van de
respondenten worden er grappen gemaakt over de persoon met
gehoorverlies.
-Bij 8% wordt hij/zij
gemeden/genegeerd in gesprekken en/of tijdens familieaangelegenheden.
-Bij 11% wordt deze
persoon minder serieus genomen.
-Bij 12% worden
beslissingen voor deze persoon genomen als hij/zij niet reageert (bijvoorbeeld
wat deze persoon wilt eten of drinken).
-De respondenten
ervaren het zelf zo:
-23% ervaart
problemen met deze persoon tijdens familieaangelegenheden.
-38% vindt het
vervelend om dingen steeds te herhalen.
-35% vindt dat de kwaliteit van zijn/haar gesprekken met
deze persoon achteruit zijn gegaan in vergelijking met de periode voordat er
gehoorverlies optrad.
-39% vindt een gesprek met deze persoon minder spontaan,
omdat hij/zij vaak dingen moet herhalen.
-63% doet zijn/haar best om de persoon met gehoorverlies te
betrekken bij gesprekken, 11% doet dit niet.
-32% merkt dat er sneller langs de persoon met gehoorverlies
heen wordt gepraat.
-36% is er mee gestopt deze persoon erop te wijzen dat
hij/zij iets aan zijn/haar gehoorverlies moet doen.
-79% vindt het belangrijk dat de persoon met gehoorverlies
actief deelneemt aan familieaangelegenheden, 5% vindt dit niet belangrijk.
-De persoon wordt sinds hij/zij last heeft gekregen van
gehoorverlies als minder betrokken, gezellig, geïnteresseerd en ad rem ervaren.
-De persoon wordt als een minder fijne en actieve
gesprekspartner gezien en komt meer neerslachtig, eenzaam en vermoeid over dan
voordat het gehoorverlies was opgetreden.
-10% vindt het een ‘moetje’ om met deze persoon een praatje
te maken.
-13% vindt het lastig om één-op-één een gesprek met deze
persoon te voeren.
-5% vermijdt een één-op-één gesprek met deze persoon.
-14% vindt dat deze persoon meer een buitenstaander is
geworden in de familie door zijn/haar gehoorverlies.
-67% zou zelf eerder actie ondernemen als zij gehoorverlies
zouden hebben.
-58% van de Nederlanders beschouwen (licht) gehoorverlies
als een handicap.
-40% zou trots zijn op het slechthorende familielid als
hij/zij iets aan het gehoorverlies zou doen.
Bron: ANP Pers Support
Reacties
Een reactie posten