Oudere werklozen kunnen nog altijd moeilijk werk vinden. Uit
een recent onderzoek van KBA Nijmegen, blijkt dat de uitzendbranche deze groep
wel aan de slag helpt. In tien jaar tijd verdubbelde het aantal 45-plussers dat
via de uitzendsector werk vond van ruim 100.000 naar bijna 200.000. Ook blijken
oudere uitzendkrachten na werkloosheid sneller nieuw werk te vinden: 59% van de
uitzendkrachten van 55 jaar of ouder gaat binnen een jaar weer aan de slag als
uitzendkracht. Van de oudere WW’ers die voorheen een vaste baan hadden, vindt
slechts 18% binnen een jaar weer een vaste baan. Een verschil van ruim 40%.
De inspanningen van de branche om zich in te zetten voor
deze groep werkenden (onder meer via het Actieplan 55PlusWerkt in samenwerking
met UWV) werpen hun vruchten af. Maar ook voor andere groepen met een afstand
tot de arbeidsmarkt, zoals vluchtelingen, laagopgeleiden,
uitkeringsgerechtigden is uitzendwerk een belangrijke opstap naar werk. Een
duurzame opstap, zo blijkt uit het onderzoek. “Van alle WW’ers die na hun
uitkering een uitzendbaan hebben gevonden, is 76% drie jaar later nog aan het
werk. Dat zijn mooie resultaten die laten zien dat uitzendwerk van waarde is,”
zegt ABU-directeur Jurriën Koops
Kleurrijke branche
In 2017 waren er maar liefst 856.638 uitzendkrachten aan het
werk, met 160 nationaliteiten. Hiermee weerspiegelt de uitzendbranche de
kleurrijke Nederlandse samenleving. Opvallend daarbij is dat één op de vijf
uitzendkrachten een niet-westerse migratieachtergrond heeft. Via de
uitzendbranche vinden duizenden vluchtelingen uit conflictgebieden, zoals Syrië
(2.875) en Somalië (4.816), hun weg naar de Nederlandse arbeidsmarkt.
Serieuze banen met werkzekerheid
Uitzendkrachten werken gemiddeld 30 uur per week.
Opmerkelijk is dat in 2017 de helft van alle uitzendkrachten een contract van
36 uur of meer had. Dat percentage is in de loop der jaren ook toegenomen: van
45% in 2009 naar 50% in 2017. Uitzendwerk onderscheidt zich daarmee in
positieve zin van deeltijd- en oproepcontracten, waarbij het veelal gaat om
kleine baantjes. Voor 69% uitzendkrachten is uitzendwerk de hoofdactiviteit,
13% combineert uitzendwerk met ander werk en 9% met een studie (exclusief scholieren
en studenten). Deze cijfers laten zien dat er geen sprake is van Amerikaanse
toestanden waarbij baantjes moeten worden gesprokkeld. Bovendien blijkt uit de
cijfers dat meer uitzendkrachten duurzaam aan het werk blijven. Tweederde van
de uitzendkrachten heeft na afloop van zijn uitzendperiode nieuw werk.
Oproep
Als de Uitzendmonitor 2018 iets duidelijk maakt, is het dat
uitzendwerk van grote maatschappelijke waarde is. “Kijkend naar het
wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans, vind ik het dan ook onverstandig van
het kabinet om deze belangrijke functie van uitzendwerk in gevaar te brengen.
Ik doe dan ook een oproep aan het kabinet en de Tweede Kamer om nog eens goed
naar de consequenties van het wetsvoorstel voor de uitzendbranche te kijken en
adequate maatregelen te treffen om onze belangrijke allocatiefunctie veilig te
stellen, zodat iedereen perspectief op werk houdt,” stelt Koops.
Over de Uitzendmonitor
De Uitzendmonitor geeft inzicht in de ontwikkeling van
uitzendwerk en de rol van de branche op de arbeidsmarkt. Dit is mogelijk
geworden door cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek te combineren
met de cijfers van de Polisadministratie van UWV. Uitzendbanen en
uitzendkrachten worden in een reeks van jaren gevolgd. De cijfers in de Uitzendmonitor
2018 gaan over 2017 en geven daarnaast de trends weer vanaf 2007.
Bron: ANP Pers Support
Reacties
Een reactie posten